Mircea Eliade (1907-1986)

original page: http://www.westminster.edu/staff/brennie/eliade/mebio.htm

Eliade was opgeleid als filosoof. Hij publiceerde uitgebreide werken op het gebied van geschiedenis en religies en trad op als hoofdredacteur voor Macmillans Encyclopedia of Religion. De invloed van zijn denkwijze is door deze werken en door dertig jaar als directeur van de afdeling Geschiedenis van Religies aan de Universiteit van Chicago te werken enorm.

Eliade’s analyse van religie neemt aan dat het bestaan van “het heilige” het object van aanbidding van menselijke religie is. Het verschijnt als de bron van macht, significantie en waarde. De menselijkheid begrijpt “hierophanies” – fysieke manifestaties of openbaringen van het heilige – vaak, maar niet alleen, in de vorm van symbolen, mythen, en rituelen. Elke fenomenale eenheid is een potentiele hierophanie en kan toegang geven tot niet-historische tijd: wat Eliade illud tempus noemt (Latijn voor ‘die tijd’, ik neig te denken aan ‘een tijd’). Het begrip van deze heilige tijd is een samenstellende eigenschap van het religieuze aspect van menselijkheid.

Klik om te lezen

 

Aangenomen vanuit “Mircea Eliade” door Byran Rennie uit de Encyclopedia of Philosophy van Routledge, 1998

 

1. Leven 2. Gedachten 3. Lijst van werken 4. Referenties en meer lezen 5. In Limba Romana 6. V slovencine 7. V čeötině 8. Русский перевод

 

 

1 Leven

Mircea Eliade werd geboren in Boekarest, Roemenië op 13 maart 1907. De Roemeense archieven geven 28 februari aan als zijn geboortedatum, maar dit is volgens de Juliaanse kalender, de Gregoriaanse kalender werd in Roemenië pas aangenomen vanaf 1924. Eliades Christelijk Orthodoxe familie vierde zijn verjaardag op de Dag van de Veertig Martelaars, wat valt op 9 maart volgens de Juliaanse kalender, en Eliade gaf zichzelf dezelfde dag als verjaardag. Ondanks zijn jeugdige interesse in entomologie en botanie (wat ongetwijfeld zijn eerste aandacht voor Goethe trok, een levenslang rolmodel en inspiratiebron), ontwikkelde hij een interesse in wereldliteratuur en werd vanuit daar geleid naar filologie, filosofie en vergelijkende religie. In zijn jongere jaren las hij veel in zowel Roemeens, Frans als Duits en rond 1924-25 leerde hij Italiaans en Engels om de originele werken van Raffaele Pettazzoni en James George Frazer te lezen.

 

In 1925 schreef Eliade zich in voor de Universiteit van Boekarest waar hij in de afdeling filosofie werkte. De invloed van Nae Ionescu (1890), destijds een assistent-professor in de logica en metafysica en een actieve journalist, werd sterk gevoeld door de jonge Eliade en de schaduw die viel over de oude intellectueel door zijn betrokkenheid in extreemrechtse groeperingen tijdens het interbellum in Roemenië maakte Eliades reputatie zwart.

 

Eliades masterscriptie onderzocht Italiaanse Renaissancistische filosofen van Marcilio Ficino tot Giordano Bruno, en Renaissancistisch Humanisme was een van zijn grootste invloeden toen hij zich tot India keerde om de “provinciale” filosofie te kunnen “universaliseren” die hij had geërfd van zijn Europese educatie. Toen hij erachter kwam dat de Maharaja van Kassimbazar Europese intellectuelen sponsorde om in India te studeren gaf Eliade zichzelf op en ontving een toelage voor vier jaar. In 1928 voer hij naar Calcutta om Sanskrit en filosofie te studeren bij Surendranath Dasgupta (1885-1952), een Bengali die gestudeerd had in Cambridge, professor aan de Universiteit van Calcutta en auteur van een 5 volume, History of Indian Philosophy (Motilal Banarsidass 1922-55).

 

Hij keerde terug naar Boekarest in 1932 en diende zijn analyse van Yoga succesvol in als zijn doctorale thesis bij de Filosofie afdeling in 1933. Gepubliceerd in het Frans als Yoga: Essai sur les origines de la mystique Indienne werd dit uitgebreid gereviseerd en heruitgegeven als Yoga, Immortality and Freedom. Als assistent van Ionescu gaf Eliade colleges over Aristoteles’ Metaphysics en Nicholas van Cusa’s Docta Ignorantia. Van 1933 tot 1939 was hij actief in de Criterion groep die publiekelijke cursussen gaf over een breed scala van onderwerpen. Zij waren sterk beïnvloed door het “existentialisme”, de zoektocht voor het “authentieke” in en door beleefde ervaringen werd gezien als de enige bron van “authenticiteit”.

 

Na de Tweede Wereldoorlog, waarin hij diende in de Roemeense Legatie in het VK en Portugal, kon Eliade niet terugkeren naar het nieuwe communistische Roemenië door zijn connectie met de rechts georiënteerde Ionescu. In 1945 verhuisde hij naar Parijs waar zijn kennis George Dumèzil, een belangrijk intellectueel in comparatieve mythologie, hem van een parttimebaan verzekerde aan de … cole des Hautes … tudes aan de Sorbonne als professor comparatieve religie. Vanaf dit moment is bijna al Eliades wetenschappelijk werk in Frans geschreven.

 

Op aandringen van Joachim Wach, Eliades voorganger aan de Universiteit van Chicago, een comparativist en hermeneuticist, werd Eliade in 1956 uitgenodigd om de Haskell Colleges over “Patterns of Initiation” aan de Universiteit van Chicago te geven. Daar bleef hij tot zijn overlijden op 22 april 1986, een tijd waarin hij veel werken publiceerde en een grotendeels ongepubliceerd fictie schreef. Hij lanceerde tevens de dagbladen History of Religions en The Journal of Religion en werkte als hoofdredacteur voor Macmillans Encyclopedia of Religion.

 

2 Gedachten

Ondanks zijn focus op de geschiedenis van religies deed Eliade nooit afstand van zijn filosofische agenda. Dat daargelaten, heeft hij nooit zijn filosofie volledig uitgelegd. Er is radicaal meningsverschil geweest over zijn gedachten, sommigen zien het als een cruciale bijdrage aan de studie van religie, en sommigen zien hem als een obscurantist wiens normatieve aannames onacceptabel waren.

 

In Cosmos and History: The Myth of the Eternal Return (1954), een boek waarvan hij de aandrang voelde het Introduction to a Philosophy of History te noemen, maakt Eliade een onderscheid tussen religieuze en niet-religieuze mensen op basis van de perceptie van tijd als heterogeen en homogeen. Dit onderscheid wordt onmiddellijk duidelijk voor studenten van Henri Bergson als een onderdeel van zijn analyse van tijd en ruimte. Eliade stelt dat de perceptie van tijd als een homogeen, lineair en onherhaalbaar medium een eigenaardigheid is van de moderne en niet-religieuze menselijkheid. Oude of religieuze menselijkheid (homo religiosus), in vergelijking, neemt tijd waar als heterogeen; verdeeld tussen profane tijd (lineair) en heilige tijd (cyclisch en hernieuwbaar). Door mythen en rituelen die toegang geven tot deze heilige tijd beschermt de religieuze mensheid zichzelf tegen de ‘terreur van geschiedenis’, een staat van hulpeloosheid voordat de absolute data van historische tijd, een vorm van existentiële angst.

 

Echter, tijdens het proces van het uiteenzetten van deze verdeling, ondermijnt Eliade die, hij blijft volhouden dat de niet-religieuze menselijkheid in de pure vorm van het woord een enorm zeldzaam fenomeen is. Mythes en illud tempus zijn nog steeds operatief, alhoewel verbogen, in de wereld van de moderne menselijkheid en Eliade probeert overduidelijk de echte tijd aan de lineair historische tijd te binden waardoor hij uiteindelijk zichzelf tegenspreekt. Hij zet zichzelf vierkant tegenover het historicisme van Hegel.

 

“Het heilige” is ook onderwerp geweest van aanzienlijke strijd. Sommigen zagen Eliades “heilige” als simpelweg corresponderend met een conventioneel concept van een goddelijkheid, of met Rudolf Otto’s ganz andere (de “geheel andere”), terwijl anderen hem meer vergeleken met Emile Durkheims sociaal beïnvloedde heilige. Eliade zelf identificeert het heilige herhaaldelijk met het echte, ook al zegt hij duidelijk dat “het heilige een structuur van menselijk bewustzijn” is (1969 i; 1978, xiii). Dit zou meer overeenkomen met de laatste interpretatie: een sociale constructie van zowel het heilige als de realiteit. Toch wordt het heilige geïdentificeerd als de bron van significantie, betekenis, macht en het zijn, en zijn manifestaties als hierophanies, cratophanies, of ontophanies evenals (verschijningen van het heilige, van macht of van het zijn). Overeenkomstig met de gesuggereerde dubbelzinnigheid van het heilige zelf is de dubbelzinnigheid van zijn manifestaties.

 

Eliade zegt ook dat gelovigen voor wie de hierophanie een openbaring van het heilige is zich voor moeten bereiden op hun ervaring, inclusief hun traditionele religieuze achtergrond, voordat ze het kunnen begrijpen. Voor anderen is bijvoorbeeld de heilige boom niets anders dan gewoon een boom. Het is een onmisbaar element van Eliades analyse dat met de juiste voorbereiding elke fenomenale eenheid begrepen kan worden als een hierophanie. De conclusie moet zijn dat alle wezens de natuur van het Zijn openbaren en op hetzelfde moment verbergen. Een herhaling van Nicholas van Cusa’s Coincidentia Oppositorum is hier van belang, evenals een mogelijke verklaring van de systematische dubbelzinnigheid van Eliades geschriften.

 

Uiteindelijk wordt religie, systematisch verstaan als het begrip van relatieve waarde verleend door niet-historische realiteiten (inclusief alle abstracte en verbeelde eenheden) maar geopenbaard en bevestigd door historische fenomenen gezien als een verenigd menselijk universum. Het is karakteristiek voor Eliades stijl van schrijven, zowel in zijn fictie als in zijn wetenschappelijke werk, dat deze conclusie nergens duidelijk uiteen wordt gezet. Leidende verklaringen zijn verspreid door zijn publicaties over de geschiedenis van religies, alchemie, symbolisme, inwijding, mythes, enz. waarin hij zijn lezers uitnodigt om ofwel een onmiddellijke interpretatie te vormen of om de vraag verder na te jagen door het struikgewas van zijn oeuvre.

 

3 Lijst van werken

Dit is een nodige, korte en incomplete lijst van Eliades werk. Voor een completere bibliografie, lees Reconstructing Eliade van Bryan Rennie. Of klik de volgende link voor een gedeeltelijke lijst van Eliades fictionele werken.

—- Eliade, M. (1954) Cosmos and History: The Myth of the Eternal Return, trans. W. Trask, Princeton, NJ: Princeton University Press. (Waarschijnlijk Eliades meest cruciale en toegankelijke korte werk. Bevat zijn analyse van tijd als heterogeen voor de religieuzen en homogeen voor de niet-religieuzen en zijn opvatting over de ‘terreur van geschiedenis’ en de mogelijkheid om religieuze tijd te heractualiseren.)

—– (1958a) Yoga, Immortality and Freedom, trans. W. Trask. Londen: Routledge & Kegan Paul. (Als eerste gepubliceerd in Frans als Yoga: Essai sur l’origine de la mystique Indienne in 1933. Dit informatieve en intellectuele werk analyseert yoga als een concrete zoektocht naar vrijheid van menselijke beperkingen)

—– (1958b) Rites and Symbols of Initiation (Birth and Rebirth), trans. W. Trask, Londen: Harvill Press. (De publicatie van Eliades Haskell Colleges aan de Universiteit van Chicago in 1956, ‘Patterns of Initiation’. Zijn analyse van inleidende thema’s impliceert hun alomtegenwoordigheid en structuur als een symbolische dood en wedergeboorte.)

—– (1958c) Patterns in Comparative Religion, trans. R. Sheed, Londen: Sheed and Ward. (Een poging om de morfologie van het heilige te delinieren. Patterns wordt vaak bekritiseerd voor zijn cros culturele en ahistorische benadering, en het organiseert een religieus fenomeen door structurele overeenkomsten ongeacht de tijd of plaats van origine. Een waardevolle bron van data ondanks dit alles.)

—– (1959) The Sacred and the Profane: The Nature of Religion, trans. W. Trask, Londen: Harcourt Brace Jovanovich. (Pakt op waar Rudolf Otto’s The Idea of the Holy (Das Heilige) stopte. Het heilige wordt uiteengezet door zijn relatie met zijn binaire tegenhanger, het profane. De complexe dialectiek van het heilige en het profane wordt geschetst.)

—– (1960) Myths, Dreams and Mysteries: the Encounter between Contemporary Faiths and Archaic Realities, trans. P. Mairet, Londen: Harvill Press. (Eliades begrip van mythen in de moderne wereld, de mythische invloed van afkomsten, en zijn analyse van het symbolisme van opstijging, vlucht, het labyrint, en het doorslikken door een monster, onder andere.)

—– (1961) Images and Symbols: Studies in Religious Symbolism, trans. P. Mairet, Londen: Harvill Press. (Meer over symboliek, met name de symboliek van het centrum, knopen, schelpen en parels. Symboliek en geschiedenis en enkele opmerkingen over de methode.)

—– (1963) Myth and Reality, trans. W. Trask, New York: Harper and Row. (De structuur van mythen. Meer over het prestige van oorsprong en over het overleven van mythen en mythische thema’s in de moderne gedachtegang.)

—– (1964) Shamanism: Archaic Techniques of Ecstasy, trans. W. Trask, London: Routledge and Kegan Paul. (Lang standaardwerk in de studie van sjamanisme, een gedetailleerde en waardevolle bron van informatie over dit fenomeen.)

—– (1965) The Two and the One, trans. J.M. Cohen, Chicago, IL: University of Chicago Press. (Een belangrijk werk voor de analyse van het coincidentia oppositorum, het toeval van tegenstellingen of binaire opposities in de geschiedenis van religieuze ideeën. Androgynie wordt onderzocht, net als kosmogonie en eschatologie, de geboorte en dood van de kosmos of wereldbeeld.)

—– (1969) The Quest: History and Meaning in Religion, London: University of Chicago Press. (Een poging tot een meer methodologisch werk. De Quest verzameld artikelen die eerder zijn gepubliceerd op Eliades methodologische en theoretische vooronderstellingen, waaronder zijn ’nieuwe humanisme›, zijn reactie op de zoektocht naar de ‹oorsprong› van religie.)

—– (1978) A History of Religious Ideas, vol. I, From the Stone Age to the Eleusinian Mysteries, trans. W. Trask, Chicago, IL: University of Chicago Press. (Oorspronkelijk geprojecteerd als een volledige geschiedenis van religie in één volume. Dit was een poging om Eliades begrip van de gehele geschiedenis van de religie vanuit een verenigd perspectief te geven. Een nuttig referentiewerk, dat mogelijk in zijn geheel kan worden gelezen. Veel van Eliades categorieën overleven in dit volwassen werk: de terreur van de geschiedenis, de coincidentia oppositorum, de symboliek van het centrum, de hieros gamos of het symbolische hemelse huwelijk.)

—– (1982) A History of Religious Ideas, vol. II, From Gautama Buddha to the Triumph of Christianity, trans. W. Trask, Chicago, IL: University of Chicago Press.

—– (1985) The History of Religious Ideas, vol. III, From Muhammad to the Age of the Reforms, trans. A. Hiltebeitel and D. Apostolos-Cappadona, Chicago, IL: University of Chicago Press.

—– (1987) Encyclopedia of Religion (hoofdredacteur), New York: Macmillan. (Zeventien volumes van artikelen over elk aspect van religie door toonaangevende geleerden in het veld. Momenteel is dit de standaard referentie-encyclopedie over religie.)

4 Referenties en verdere literatuur

Dit is een nodige korte en incomplete lijst van werken over Eliade. Voor een meer volledige bibliografie, lees Reconstructing Eliade door Bryan Rennie.

Allen, D. (1978) Structure and Creativity in Religion: Hermeneutics in Mircea Eliade’s Phenomenology and New Directions, Den Haag, Mouton. (Een interessante filosofische studie van Eliades gedachten die mogelijk Eliades methodologie als fenomenologie over benadrukt.)

—— en Denis Doeing. (1980) Mircea Eliade. An Annotated Bibliography. New York en Londen: Garland. (Een uitstekende polyglot bibliografie, hoewel een definitieve posthumige bibliografie in voorbereiding is door M.L. Ricketts en M. Handoca.)

Baird, R.D. (1971) «Phenomenological Understanding: Mircea Eliade,» in Category Formation and the History of Religion. Den Haag: Mouton, 74-≠91. (Een kritiek op Eliade die stelt dat hij ongerechtvaardigde en ontologische aannames en normatieve uitspraken maakt, die echter moeten worden gecontroleerd met een grondige lezen van de primaire bronnen.)

Cave, J.D. (1992) Mircea Eliade’s Vision for a New Humanism, Oxford: Oxford University Press, 1992. (Een toegankelijke interpretatie van Eliades werk in termen van humanisme, welke een van Eliades belangrijkste focussen was.)

Dudley, G., III (1977) Religion on Trial; Mircea Eliade and his Critics. Philadelphia, PA: Temple University. (Dit leesbare en wijd populaire werk brengt Eliades gedachten in termen van onderzoeksprogramma’s van de geschiedenis van religie terug tot leven.)

Idinopulos, T.A. and Yonan, E. (eds.) (1994) Religion and Reductionism: Essays on Eliade, Segal, and the Challenge of the Social Sciences for the Study of Religion. Leiden: E. J. Brill. (Een verscheidenheid aan uitdagende artikelen over Eliades status en implicaties voor de studie van religie. Van bijzonder belang is William Padens ‹Before “The Sacred” became Theological: Rereading the Durkheimian Legacy.’)

Olson, C. (1992) The Theology and Philosophy of Eliade, New York: St. Martin’s Press, 1992. (Een algemene en leesbare beschouwing van Eliades gedachten.)

Rennie, B. (1996) Reconstructing Eliade: Making Sense of Religion. Albany, NY: State University of New York Press. (Een grondige uitleg van Eliades werk, dat ervan uitgaat dat het interne coherentie heeft voor de kritiek om te ontdekken; bevat een uitgebreide bibliografie.)

Ricketts, M.L. (1988) Mircea Eliade: the Romanian Roots. vols. I & II. New York: Columbia University Press, . (Een enorm en grondig onderzoek naar Eliades leven, gedachten en werk tot 1945.)

Strenski, I. (1989) «Mircea Eliade.» In Four Theories of Myth in Twentieth Century History. London: Macmillan. (Wekt een van de vroegste kritieken om Eliades politieke achtergrond op, en probeert de invloed van die achtergrond in zijn theoretische constructies op te sporen.)

Voor meer recent onderzoek lees het huidige onderzoek van Bryan Rennie.

Reacties?

brennie@westminster.edu